WTS Kaapstad, een harde les… om uit te leren!

Met de WTS in Kaapstad is mijn triatlonseizoen nu echt van start gegaan. Na Abu Dhabi heb ik een goed meer wedstrijdgericht trainingsblok kunnen inlassen, waaronder een zeer geslaagde stage met mijn trainingspartners van Atriac. Omdat ik meestal na een stage een weerslag heb en het dan wel wat minder draait op training, was mijn grootste zorg dan ook om de stagevermoeidheid op tijd weggewerkt te krijgen voor de wedstrijd. Ik had het gevoel dat me dit me gelukt was, maar toch wou mijn lichaam niet helemaal mee tijdens de wedstrijd met een tegenvallende 40e plaats tot gevolg.

Foto: Delly Carr / ITU Media

Foto: Delly Carr / ITU Media

Net zoals vorig jaar was de watertemperatuur in Kaapstad gespreksonderwerp nummer 1. De ochtend van onze race werd de age group-wedstrijd omgezet naar een duatlon owv een watertemperatuur van 9°C. De ochtendmist en bewolking klaarden niet op, waardoor de zon er ook niet doorkwam en we ons hieraan niet konden opwarmen. Het werd uiteindelijk afwachten tot een uur voor de wedstrijd om te weten of we het koude water al dan niet moesten trotseren. Met een water- en luchttemperatuur van respectievelijk 11,4°C en 16,8°C werd beslist om het zwemmen te halveren naar 1 zwemronde van 750m. Aangezien ik niet goed tegen de kou kan maar ook niemand voor slechts 75% van de Olympische punten (in geval van duatlon) naar Kaapstad was afgereisd, vond ik dit de beste oplossing.

In tegenstelling tot Abu Dhabi had ik geen al te beste start: na enkele meters zat ik klem tussen Vicky Holland en Nicola Spirig, waartussen ik stond bij de start, en heb ik me laten wegdrummen zodat ik op de achterste lijn kwam te liggen. Het ronden van de boeien was ook niet vlekkeloos, maar ik had me er mentaal veel beter op ingesteld om van me af te bijten. Dit lukte dan ook beter dan in Abu Dhabi. Tijdens de 2e helft van het zwemmen sloeg de kou wat op mijn benen (mijn sterke punt in het zwemmen), maar ik kon in de draftzone blijven. Het vervelende was wel dat ik 4x na elkaar een gulp water binnenkreeg van de beenslag van iemand voor mij. Toch voelde ik me redelijk fris (letterlijk en figuurlijk 😉 ) toen ik uit het water kwam. Ik ben echter niet tevreden met de positie waarin ik uit het water kwam. Dit is ver onder de verwachtingen op basis van wat ik de voorbije winter op de zwemtrainingen heb laten zien. De laatste 5 jaar heb ik op training nooit sneller gezwommen, dus ik hoop de komende maanden die lijn ook in de wedstrijden te kunnen doortrekken.

Foto: Chris Hitchcock

Foto: Chris Hitchcock

Dankzij mijn nieuwe ZeroD-wetsuit, die ik op training altijd heel gemakkelijk uitkreeg, was ik gebrand op een snelle wissel. Wat tot vorig jaar een zeer zwak punt was (met wetsuit), heb ik nu al deels kunnen verbeteren. Ondanks wat gesukkel met het dichtklippen van mijn helm, zat ik toch bij de snellere wissels en had ik meteen al wat terrein goed gemaakt. Ik kon me geen beter wiel indenken om op de fiets te springen dan dat van Nicola Spirig. Even moest ik al mijn durf boven halen om tussen enkele anderen door te glippen, maar al snel zat ik, zonder aan de energiereserves te zitten, waar ik moest zitten met enkele goede atleten als Haug en Spirig rond mij. Ik hield mij aan de tactische fietsafspraken van Bart en ging, hoewel ik de benen ervoor had, niet meteen naar de kop van de groep. Door in het wiel van Spirig te volgen, kwam ik vanzelf op een goede positie terecht. Ik zat waar ik moest zitten, had nog een heel fris gevoel, draaide goed rond met het voorste deel van de groep (met op dat moment Spirig in mijn wiel) en zag een kans om mee naar de kopgroep te rijden. Ik was dan ook ontgoocheld toen ineens mijn helm als een veer terug opensprong. In een moment van paniek en twijfel over stoppen met fietsen om mijn helm terug toe te doen, probeerde ik deze al fietsend toe te krijgen maar dat lukte niet en zo zakte ik af tot ik helemaal alleen op 20m van de groep kwam te zitten. Toen besloot ik om toch terug naar de groep te fietsen en te hopen dat ik recht zou blijven op de fiets. Helaas splitste de groep op dat moment onder aanvoering van Spirig in twee en zat ik achteraan te slecht geplaatst om mee te gaan. Ik ben direct naar voor gereden en dacht dat we aan het 180°-keerpunt misschien nog een kans maakten, maar ik kreeg te weinig hulp van de anderen. We konden nog even de achterstand op 15″ houden, maar er zat te weinig samenwerking in onze groep. Mentaal was dat helmincident een afknapper, want ik zat voordien op de ideale plaats om mee te schuiven en had zeker de benen om mee naar de kopgroep te rijden. Daarbij kwam nog een val van Claire Michel en 3 anderen, die ik maar net kon ontwijken en onze groep nog meer tijd deed verliezen. Ik vond wedstrijdritme opdoen echter ook belangrijk en probeerde er nog het beste van te maken. Toen ik in T2 van mijn fiets sprong voelde ik een pijnlijke steek in mijn rug en de 1e 500m van het lopen voelden mijn benen als lood aan. Ik besloot relaxed te starten en hoopte dat ik erdoor zou komen. Dat leek ook te lukken: ik kon mijn tempo opdrijven en liep gemakkelijk een duo in, dat zo’n 50m van me weggelopen was. Net toen ik de goede loopbenen gevonden had, kwamen echter ontzettend harde steken opzetten, waardoor het lopen strompelen werd en ik uiteindelijk in de 1e twee loopronden heb moeten wandelen om de pijnlijke plek los te masseren en te stretchen. De 3e loopronde heb ik volledig kunnen lopen, maar kon ik nog niet doorgaan. Dat lukte me wel in de laatste ronde zodat ik nog iemand die me voorbijgestoken had en een 100-tal meter van me weggelopen was, kon passeren en op ruime afstand kon achterlaten. Het feit dat deze atlete bijna 3′ sneller dan mij liep en dat ik ze zo gemakkelijk kon achterlaten, sterkt me in de overtuiging dat ik minstens 4 tot 5 minuten sneller had kunnen lopen. Een gemiste kans, maar het kwaad was al geschied door mijn losgekomen helm, dus dan kon al het slechte maar beter in dezelfde wedstrijd gebeuren zodat ik er lessen uit kan trekken voor de volgende wedstrijden.
Die steken blijven mij wel achtervolgen. Het is moeilijk om te achterhalen wat hiervan de oorzaak is. Vorig jaar dachten we met kinesist Maarten Thysen deze gevonden te hebben omdat de steken op het einde van het seizoen wegbleven dankzij enkele oefeningen. Nu lag het hoogstwaarschijnlijk aan mijn voeding. Dankzij het deskundig voedingsadvies van Christine Tobback heb ik intussen een idee waarvan de steken nu kunnen komen. Ik heb 3 cruciale voedingsfouten gemaakt. Voor de wedstrijd had ik al ‘oplappingen’ van de maaltijd voordien en mijn energiegel was tijdens het fietsen ook al terug naar boven gekomen. Het feit dat ik 4 slokken uit de Atlantische oceaan binnengekregen heb, zal er ook geen goed aan gedaan hebben. Intussen heb ik ook een bikefit aan de Bakala Academy gedaan, waar weer een mogelijke oorzaak naar boven gekomen is. Ik hoop dat door aan al deze zaken aandacht te geven, ik op een dag mijn wedstrijdresultaten niet meer beïnvloed zie door steken.

Triatlon is geen eenvoudige sport en het is een kunst om alle puzzelstukjes op dezelfde dag juist in elkaar te doen passen. De nieuwe kansen bieden zich met Chengdu (9/5) en Yokohama (16/5) snel aan. Ik heb hard gewerkt deze winter en heb zowel in het zwembad, op de fiets als al lopend mooie dingen laten zien op training. Ik hoop om dat binnenkort ook in een resultaat om te kunnen zetten!

Tot slot wil ik langs deze weg Simon De Cuyper en Claire Michel een snel herstel toewensen. Hopelijk zijn jullie snel weer gezond en wel om Team Belgium te versterken!

Geplaatst op 30 april 2015, in Geen categorie. Markeer de permalink als favoriet. Een reactie plaatsen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: